Weekkrant Noordoost Twente:
WEERSELO – Marc Schotten houdt wel van een uitdaging. En van roeien. De Weerseloër nam deel aan een roeitocht over 350 kilometer, van Den Helder naar Wilhelmshaven. De challenge was voor een goed doel.
Of het zwaar was? “Ik ben blij dat het zwaar was”, zegt Marc Schotten. “We pretenderen met een challenge bezig te zijn, dan moet het ook zwaar zijn.” Schotten roeide in zeven dagen 320 kilometer. Frank Rekers uit Hengelo roeide de laatste drie dagen mee. Raymond Dral uit Ootmarsum en Marcel Nijland uit Rijssen waren de andere teamgenoten van Schotten.
De tocht ging met vier sloepen. Doel was geld inzamelen voor oud-mariniers die vanwege een missie fysieke of geestelijke schade hebben opgelopen, dan wel hun nabestaanden. De start was in Den Helder.
De bedoeling was om via de Wadden te varen, maar vanwege het weer – code geel – werd vanaf Lauwersoog gekozen voor een route ‘binnendoor’. “We hebben dertig kilometer minder geroeid, maar veel tijd verloren met de sluizen. We hadden minder last van de wind en van de stroming, maar het waren langere dagen. De laatste dag gingen we om acht ‘s uur morgens door de sluis in Emden en ‘s avonds om negen uur kwamen we pas uit de sloep. Dertien uur lang heeft het geregend. Mijn handen zijn nu nog verschrompeld”, zegt Schotten, die ook last had van blaren.
In 2015 roeide Schotten mee met de Dutch Marine Rowing Challenge. Dat was in het kader van de 350ste verjaardag van het Korps Mariniers. De start was in Rotterdam, de finish na 350 kilometer bij de Tower Bridge in Londen. Die tocht ging met negen sloepen. Schotten: “Deze challenge was zwaarder. Naar Londen hadden we één dag slecht weer en direct een rustdag in Vlissingen. Toen stond er oostenwind en werden we over de Noordzee geblazen. Nu hadden we de wind tegen, de regen tegen en het tij tegen. Dit was een hele andere tocht. Toen hadden we een verzorgingschip van de marine mee, nu hadden we lekke tenten. Alles zat tegen. Maar hoe slechter het weer werd en hoe vermoeider we werden, de moraal werd steeds beter. We blijven wel mariniers, die kunnen tegen een stootje.”